in blog

Als een zalm gevangen

Mijn gedachten zitten gevangen in een bodemloze put. Ontsnappen heeft geen zin. Boven mijn hoofd klinken duizenden stemmen van personen die keer op keer op mijn vingers trappen zodra ik naar boven klim.

Ik schiet wakker. Ik bevind mij in de trein van Rotterdam naar Leiden. Vandaag moet ik een verhaal inleveren over een instituut in Rome dat wetenschappers van gratis onderdak voorziet, maar ik heb geen woorden. Iedere grijpbare gedachte wordt platgestampt door medepassagiers die iemand aan de andere lijn inlichten over koopjes in de Bijenkorf, over die uitzonderlijke dag in de Alpen toen een vriend met zijn fiets bij het afdalen een respectabele 82 kilometer per uur aantikte.

De stiltecoupé is een fantoomtreinstel, de plek des onheils waar zure mensen zoals ik op hun zuurst zijn. Een dag lang arbeid wordt beloond met een rijdende martelkamer, niet de verlangde oase die nodig is om je stuk te schrijven.

Sommige dieren, ik weet dat ze er zijn, maar ik weet even niet welke, leggen grote afstanden af om voort te planten. Ze reizen, net als ik, stad en land af om slechts één missie te voltooien: de zoektocht naar onsterflijkheid. Zalmen, dat was het, zalmen. Zalmen zwemmen kilometers stroomopwaarts om kuit te schieten. Op hun tocht worden zij getart door het lot verkleed als grizzlybeer, als uitputting, als moslima die haar vriendin inlicht over de koopjes bij de Bijenkorf.

Naast mij zegt een onbekende man in de telefoon dat hij niet wil invallen omdat hij vakantie heeft, dat hij dat ruim van tevoren heeft aangegeven. Ik beeld een geagiteerde werkgever in die met zijn vuist op tafel slaat.

De stiltecoupé bewijst dat rust een uitgestorven goed is. Dat je in een stiltecoupé kunt gaan zitten, maar geen stilte vindt, dat je vrij kunt nemen, maar nooit vrij bent. Mijn gedachten dwalen af, tegen de stroom in. Het wordt donker. Ik bevind me in een bodemloze put met stemmen boven mijn hoofd.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *