Voor Studradio op Unity FM verzorgt Het Rondje van Pavlov wekelijks een radiocolumn, waarin we actuele onderwerpen niet schuwen. Hieronder de uitgeschreven versie. Het audiobestand is ietwat kaduuk. Er was ruisch op den radio.
Via Twitter vernam ik dat er om half 7 vanavond een flashmob plaatsvond bij het Leidse stadhuis. Er moest zonodig aandacht gegeven worden aan een nieuwe televisieserie of film of whatever. Wat er precies gebeurde weet ik niet, maar ik kan me voorstellen dat het reteslecht was.
Flashmobs, dames en heren, zijn zóóó 2005. Retro is cool, maar in het geval van flashmobs is dat niet het geval. Misschien vroeger, toen er nog honderden mensen dansten op Thriller, ja, dat was leuk. Tegenwoordig is een flashmob slechts een zielige vertoning. Rik en Hilda leggen het uit.
Zeg Rik?
Ja, Hilda?
Waar is de rest van de groep die mee zal doen met onze flashmob?
Weet ik veel! Ze komen wel.
Maar we staan al drie uur lang in de kou te dansen op het deuntje van Seabert om aandacht te vragen voor zielige zeehondjes!
Ze komen wel, doordansen!
Maar er kijkt niemand! Wat is het nut?
DOORDANSEN HILDA! Doe het voor de zeehondjes!
Ja maar Rik, ik word langzamerhand van de kou zélf een zeehond!
MOET IK JE SOMS DOODKNUPPELEN HILDA? Dit is een flashmob! Iedereen vindt dit cool! SNEL, VERPLAATS JE IN HET LEED VAN EEN ZEEHONDENPUP! Oeuwhwoeuuhw.
En daar gaan veel mensen de fout in. Flashmobs zijn niet cool, ze zijn allesbehalve cool. Al dans je drie keer halfnaakt de horlepiep op een houten been, nobody gives a crap. Iedereen heeft het al gezien en mensen díe kijken, kijken om leedvermaak te zien.
Met de flashmob van deze avond is het nog slechter gesteld. Het is namelijk ter promotie van iets commercieels. Wat kan ik me ergeren als ik een leuke reclame zie, toffe straatkunst, een aanstekelijk liedje hoor of een flashmob zie en ik moet erachter komen dat het ter promotie is van één of ander merk uierzalf. Weg illusie, weg spontaniteit. De zelfingenomen neppe vrolijkheid van hossende hippies maakt me dan kwaad, zo kwaad dat ik zelfs zeehondjes wil neerknuppelen. Een tegenovergesteld effect is nou niet iets wat je moet nastreven dacht ik zo.
Ik zie al voor me hoe hedendaagse flashmobs tot stand komen. Josje, HBO-studente scholiere en stage lopend op de marketing- en communicatieafdeling van een omroep, komt met een BAANBREKEND idee.
“Ik heb toch net iets tofs gezien op Hyves zeg! Mensen deden een flosjmop…fleshpop…flashmob! Ze gingen opeens dansen enzo en niemand snapte het en toen bleven ze kijken en toen moesten ze lachen en toen gingen ze klappen en toen gingen de mensen juichen! Zo kunnen we extra aandacht vragen voor onze onwijs kek gave mieterse pedante serie! Helemaal hip! Helemaal 2.0! Moeten we doen!”
Deze mensen bestaan echt. Het zijn onze toekomstige ambtenaren, zo erg lopen ze achter op het internetlandschap. De strategie van Josje en Rik, het heet de ‘doen om het doen’-strategie. Mensen, leer dat eens af. Anders wordt je flashmob een regelrechte cashflop.

Door: Lorenz van Gool | 21 February 2011 | 6 Reacties
Categorie: blog, columns | Tags: column, flashmob, marketing, studradio, unity fm
Comments
6 Reacties
Pleazzzz gooi het audiobestand online. Het was hilarisch! Vooral sterk stukje method acting bij de lijdende zeehondenpup.
De nieuwe flashmob is sociaal en engaging ipv afstandelijk vervreemdend:
Supercommercieel voorbeeld, maar superleuk: http://youtu.be/NB3NPNM4xgo
Wanneer we die opgestuurd krijgen!
@Kevin Dat filmpje wou ik ook nog betrekken in de column. Het is een goed voorbeeld van wanneer ik een zeehond wil dood knuppelen.
Haha, mierzoet is niet ieders smaak, maar een (zelf uitgevoerde, zeer niet-representatieve) steekproef wijst uit dat dit het wél werkt.
Ook een belangrijke factor: Het is niet de flashmob an sich die het succes bepaalt, maar de kwaliteit van de opnamen/montage/verspreiding.
Ah, daar ben ik het wel mee eens. Soms moet je er gewoon bij geweest zijn, terwijl je in de meeste gevallen het vanachter je laptopje kan aanschouwen.
Je kan je dan wel weer afvragen of de ‘geknipte’ versie geen vertekend beeld laat zien, maar dat terzijde.