Zorgwekkende koppen over de politieke ontwikkelingen in Hongarije sierden de afgelopen weken de Nederlandse media. De talloze berichten over de hervormingen die regeringspartij Fidesz met groot gemak doorvoert, laten van het land weinig heel. Een doodzonde, oordeelt blogger- en reisjournalist Erik de Jong. Hij ging in Boedapest op zoek naar het echte Hongarije. De komende dagen blogt hij over zijn ervaringen met Hongaarse journalisten, het wilde nachtleven van de hoofdstad en geliefde tradities. Vandaag deel 2:

 Hongarije ondergaat momenteel een publieke steniging. Van alle kanten wordt ‘de Poetin van Europa’ met vuistgrote keien bekogeld. Keien waarop in chocoladeletters de woorden ‘xenofoob’ en ‘dictatoriaal’ staan geschilderd.

De beschuldigingen zijn ergens wel te begrijpen, de perswet die premier Viktor Orbán door het parlement wist te slepen, kan kritische geluiden door middel van torenhoge boetes gemakkelijk door het putje spoelen. Maar aangezien termen van dit soort kaliber meestal zonder enige nuance de atmosfeer worden ingeslingerd, spreek ik in Boedapest – ik ben er tenslotte toch – af met een journalist van Nepszabadság, de grootste nationale krant van Hongarije. 

Voorlopig geen boetes 

Terwijl de rookpluimpjes van mijn sigaret richting het plafond van het koffiehuis opstijgen – ook hier mag binnen gewoon gerookt worden – houdt Ákos Tóth zijn mobieltje strak tegen zijn oor geklemd; het is al de derde keer dat hij ons gesprek onderbreekt. Mijn Hongaars is op zijn zachtst gezegd ‘ruk’ te noemen, maar ik begrijp desondanks dat het over de krant van 3 januari gaat, de dag dat Nepszabadság zal openen met de woorden ‘In Hongarije is de persvrijheid opgeheven’. Het zijn spannende dagen. 

De voorpagina van Nepszabadság

Als journalist hekelt Tóth natuurlijk de nieuwe perswet. De angst voor boetes hangt als een donkere wolk boven de redactie, vertelt hij  -de centrumlinkse krant laat zich immers geregeld kritisch uit over de Fidesz.

Toch verwacht de journalist dat de mediacommissie (lees: Orbán/Fidesz) het komende half jaar geen hoge boetes zal uitdelen. Orbán, die als premier van Hongarije momenteel het tijdelijke EU-voorzitterschap in handen heeft, zal wel oppassen zich nog meer internationale kritiek op de hals te halen. Volgens Tóth zal Fidesz het machtsmiddel pas weer aanwenden wanneer de ogen niet langer op het land zijn gericht of wanneer de regeringspartij aan populariteit verliest; ideale momenten  om de publieke opinie te beïnvloeden. 

Hongaarse vrouwen 

Niets vertelt meer over een land dan de vrouwen die er rondlopen. Wandelen ze gesluierd over straat en op twee meter afstand van hun echtgenoot, dan spreken wij westerlingen van negatieve onderdrukking; zitten ze –  net achttien –  halfnaakt op een met rode lampjes behangen terrasje ergens op een exotisch eiland, een nummertje op de heup geplakt, dan noemen wij dat positieve onderdrukking, oftewel: een seksvakantie. Maar soit, zeker wanneer het gezelschap bestaat uit acht – met de jaarwisseling negen – uitpuilende vaten testosteron, kan een grondige observatie van het vrouwvolk niet ontbreken; het zijn de onmisbare leermomentjes. 

Ok, ook in Hongarije hebben ze een stiletto-run

En dat is dan ook meteen het punt waarop mijn tunnelvisie met gestrekt been werd onderuitgehaald. Niet alle jonge vrouwen zien er in Hongarije uit alsof ze direct uit een seksfilm komen wandelen (hoogblond, niet zo bijster kijkend en hamsterwangetjes). En nee, ook niet alle vrouwen van de vorige generaties dragen er als accesoire een stuk vlees ter grootte van een kikkererwt op de kin. Of neusvleugel. 

Integendeel, de meeste vrouwen in Boedapest hebben prachtig kastanjebruin haar, kleden zich vrouwelijk (maar niet té), en houden zich in tegendeel tot ‘onze vrouwen’ vooralsnog niet uitsluitend bezig met tasjes van Louise Vuitton, America’s Next Top Model op maandagavond en Vespa-brommertjes met bijpassende helm en lederen handschoentjes. Sterker nog, in Hongarije kan je gewoon met ze praten en mag je ze zelfs aaien. Hoe bedoel je xenofoob?

In het derde en tevens laatste deel: ganzenlever, stripclubs, verboden middelen in oude scheepswerven en de verlokking van de Donau