Het is slecht gesteld met de Amerikaanse media, vindt gastblogger en journalist Richard Funnekotter. Voor kwaliteitsjournalistiek moet je afstemmen op ‘The Daily Show’ van Jon Stewart. Een comedyshow, maar wel het enige programma dat schandelijke misstanden in de Amerikaanse politiek belicht.
Toen Jon Stewart in 2009 in een online poll van Time magazine werd uitgeroepen tot ‘Most trusted name in news’ zullen de meeste mensen zich even achter de oren gekrabt hebben. Jon Stewart, die zit toch op Comedy Central?
Maar voor de mensen die Stewart en de Amerikaanse media al langer volgen is het helemaal geen verrassing. Jon Stewart lijkt zo langzamerhand de enige man op de Amerikaanse televisie die bereid is om politici echt aan te pakken. Ongeacht welke partij de man of vrouw bij hoort. Dat het wat vaker over Republikeinen gaat dan over Democraten is simpelweg te wijten aan het feit dat die eerste partij een stuk meer ammunitie verschaft voor Stewart en zijn schrijvers.
De ‘Zadroga bill’
Sinds augustus besteedt de Daily Show al aandacht aan de ‘Zadroga bill’. Dit is een stuk wetgeving waarmee gezondheidszorg geregeld zou worden voor mensen die na de aanslagen van 11 september 2001 geholpen hebben met reddingswerk en puinruimen in New York. In de volksmond heten deze mensen de ‘first responders’.
Stewart besteedde aan dit onderwerp meer aandacht dan aan welk ander enkel onderwerp dit jaar. De verslaggeving van de Daily Show bereikte donderdag haar hoogtepunt toen Stewart vier ‘first responders’ in de studio had om de wet te bespreken. Het werd een zeer serieus en sec item voor de doorgaans luchtige Daily Show.
Je zou denken dat in het gefragmenteerde politiek landschap van de VS dit een wet is waar elke politicus zich achter kan scharen. De wet zou betaald worden door een maas in de Amerikaanse belastingwetgeving te dichten die multinationals in staat stelt het betalen van inkomstenbelasting te ontwijken. De wet is echter nog steeds geen feit, doordat de Republikeinen hem om een scala aan dubieuze redenen tot nu toe tegengehouden hebben.
‘They went there to save survivors. Not to raise taxes.’
Wat zouden de Republikeinen, bij uitstek de partij die te pas en te onpas dweept met de herinnering aan 9/11, voor reden kunnen hebben om tegen gezondheidszorg voor nationale helden te stemmen?
Nou, het was bijvoorbeeld in de wet niet duidelijk gemaakt naar wie dit geld wel en niet kan gaan. Wat zou kunnen betekenen dat eventuele illegale immigranten die op 9/11 de brandende gebouwen in zijn gerend om mensen te helpen ook van dit geld zouden kunnen profiteren. Of een ander argument tegen de wet, verwoordt door Congreslid Kevin Brady uit Texas: “Going through that rubble, these heroes, they went there to save survivors. Not to raise taxes.”
De meest recente rechtvaardiging van de Republikeinen voor het blokkeren van een stemming over deze wet is misschien nog wel het ranzigst: ze hadden immers onlangs bezworen geen enkele stemming toe te laten in de Senaat voordat de zogenaamde ‘Bush tax cuts’ verlengd zouden worden, inclusief de verlagingen voor de rijkste 2% van Amerikanen.
Het falen van de Amerikaanse media
Nu zal dit op veel mensen schandalig overkomen, maar het gedrag van politici in deze situatie is niet het punt. Het feit dat een comedy-show haast de enige lijkt te zijn die dit onderwerp niet alleen aanpakt, maar ook duidelijk durft te maken wie de schuldigen en obstructionisten in deze zijn, is een ernstige aanklacht tegen de Amerikaanse nieuwszenders.
Je hebt in Amerikaans tv-nieuws in feite twee categorieën. Aan de ene kant zijn er de zenders die een duidelijke politieke voorkeur hebben en dit ook niet verbergen. Een strategie die tot kunstvorm is verheven door FOX News, en in minder extreme en succesvolle mate ook wordt bedreven door MSNBC. Aan de andere kant heb je zenders zoals CNN, die denken objectiviteit uit te stralen. De vergissing hier is dat zij het verschil niet begrijpen tussen objectiviteit en neutraliteit.
Kijk op een willekeurig moment naar de Amerikaanse versie van CNN, en de kans is groot dat je een panel ziet zitten. De helft is liberaal, de helft is conversatief. Ze schreeuwen een half uur tegen elkaar in, waarbij feiten vaak het onderspit delven. In dit geval zou er voor de presentator een rol zijn weggelegd om aantoonbare leugens of feitelijke onjuistheden te weerleggen. Maar dit lijkt tegen CNN’s definitie van het woord objectiviteit in te gaan.
Meer aandacht voor een ontsnapte tepel
Hoe zeer Amerikaanse media ook vaak het tegendeel proberen te bewijzen door de manier waarop ze het nieuws presenteren: politiek is zelden zwart-wit. Zelden. Maar in dit geval is er een zeer duidelijk verhaal te schetsen. Je zou denken dat dit een verhaal is waar alle nieuwsmedia bovenop zouden springen: er wordt geen gezondheidszorg geregeld voor een van de weinige groepen mensen die in de VS unaniem als helden beschouwd worden. Maar nee. In plaats hier van besteden de grote nieuwszenders uren aandacht aan gefabriceerde ‘verhalen’ zoals ‘balloon boy’ of de ontsnapte tepel van Janet Jackson in de rust van de Superbowl.
Ondertussen is het The Daily Show die aandacht besteed aan een aantal zeer onderbelichte en deprimerende onderwerpen. Naast het hier beschreven voorbeeld kan je denken aan de rechtvaardiging voor de Irak oorlog voordat deze begon, of de rol in de financiele crisis van hysterische beleggingsadviseurs op tv.
Journalist tegen wil en dank
Jon Stewart heeft zich tot nu toe er altijd tegen verzet als mensen hem in een adem noemen met de rest van journalistiek Amerika. Maar het is de vraag hoe zeer deze ontkenning van de kant van Stewart nog reëel is.
Sinds Stewart in 1999 het roer overnam bij de Daily Show is de show duidelijk veranderd. De onderwerpen zijn tegenwoordig veel vaker politiek van aard, en de woede en frustratie van de presentator is steeds vaker overt en onverhuld. Het feit dat de Daily Show het enige programma is dat aandacht heeft besteed aan het proces rondom deze wet door de ‘first responders’ zelf aan het woord te laten zegt veel over de staat van de Amerikaanse nieuwszenders. Als groot fan van de Daily Show zie ik hem niet graag verdwijnen, maar misschien is Jon Stewart als journalist wel precies wat het Amerikaanse televisielandschap nodig heeft.
Richard Funnekotter studeerde European Studies in Maastricht, en het was hier dat hij voor het eerst met journalistiek in aanraking kwam. Eerst als redacteur voor de website FOK!.nl en later als eindredacteur van het nieuws. Na de bachelorstudie volgde een masteropleiding Journalistiek en Nieuwe Media aan de Universiteit Leiden. Hij schrijft onder andere voor weekblad HP/De Tijd en voor de website De Nieuwe Reporter. Op Twitter is hij te vinden als @richardfun.

Door: Hans Klis | 20 December 2010 | 1 Reactie
Categorie: blog | Tags: Amerikaanse media, gastblog, Jon Stewart, Richard Funnekotter
Comments
1 Reactie
Lekker geschreven Richard!