Voor Studradio op Unity FM verzorgt Het rondje van Pavlov wekelijks een radiocolumn, waarin we actuele plaatselijke onderwerpen niet zullen schuwen. Hieronder de uitgeschreven versie, binnenkort is ook het audiobestand te beluisteren.
Onzekere, beïnvloedbare mensen mogen het graag doen: zich spiegelen aan stoere, sexy, rijke, aantrekkelijke, flamboyante -vaak beroemde- persoonlijkheden. En toegegeven, ikzelf heb er ook een aardig handje naar.
De eerste keer was nog tamelijk onschuldig. Je kent het wel, je staat balancerend op de badrand, opgesteld tegenover de badkamerspiegel, je naakte kippenborst gestoken in de imitatiebontjas van je moeder, de thermometer uit het medicijnenkastje dienend als Cubaanse sigaar. Voor heel even waande ik mij de echte Tony Montana. “Say hello to my little friend”, riep ik dan tegen het spiegelende glas. Anders werd het toen ik sympathie kreeg voor de Spice Girls, maar dat terzijde.
Met het verstrijken van de jaren zijn mijn imitatiestreken er niet minder om geworden. Sterker nog, ze zijn schaamtelozer, absurder, waarheidsgetrouwer en volgens mijn nieuwste vertrouwenspersoon steeds dwangneurotischer. Sinds ik op mijzelf woon heb ik een rekwisietenkast opgebouwd die niet onderdoet aan die van een plaatselijke carnavalsvereniging. Dankzij een vriend die ’s nachts werkt in een siliconenfabriek beschik ik zelfs over een heuse collectie borstimplantaten. Vooral op verjaardagen zijn die een succes, wanneer ik bijvoorbeeld een visuele medley van Patricia Paay opvoer.
Maar tijdens mijn laatste project ging het faliekant mis. In de ijdele hoop hetzelfde geluk te vinden als Tiger Woods, heb ik veertienmaal mijn vriendin bedrogen. Veertien keer heb ik vervolgens op straat het passerende, enigszins verbaasde publiek toegeschreeuwd dat het me speet, dat het gebeurde in een opwelling, maar dat ik mij –zoals dat van een ster als ik wordt verwacht – me zou laten behandelen. Alsof dat nog niet erg genoeg was, kneusde ik een dag later tijdens een golfsessie mijn rib.
Sindsdien strompel ik als een kreupele door mijn huis. Ik bezwijk, kermend van de pijn, onder het gewicht van mijn afgeladen wasrekje, gil het uit wanneer ik te diep in- of uitadem. Deze extreme marteling zette me aan tot zelfreflectie. Voor wie sloofde ik me zo uit? Was ik dan werkelijk zo ontevreden met mijzelf? Had ik zo’n hekel aan mijn eigen ik? Ik besloot mijn leven zin te geven en tilde met het resterende beetje kracht in mijn rug de rekwisietenkast de trap af, overgoot die met benzine en zag talloze pruiken vol herinneringen langzaam wegsmelten.
Terug op bed sloot ik vrede met mijzelf. Hier lag ik dan, mijn nieuwe ik, wat zeg ik? mijn échte ik! Ik trok mijn kleren uit, stak me in mijn rode kamerjas en besloot te slapen. “Hugh Hefner”, hoorde ik mezelf nog zeggen voordat ik in sliep viel, ”met die rode kamerjas ben ik ben verdomme net Hugh Hefner”.

Door: Erik de Jong | 8 March 2010 | 2 Reacties
Categorie: blog, columns | tags:Tags: imitatie, pavlov, radiocolumn, spice girls, tiger woods, tony montana
Comments
2 Reacties
mooie baas
mooi geschreven ouwe dibbus.. En nu mijn naam bij die mooie foto
Richte je trouwens op mij?