Nieuw vlees. Zo´n honderd verdwaasde en vragende ogen richten zich naar de draaideur. Er lijkt een wilde golf door de verzamelde mannen en vrouwen te gaan. Langzaam ebt de stortvloed van bewegende hoofden weg terwijl iedereen zijn of haar evenwicht hervind. “O god, zijn dit ze?”, mompel ik zacht naar mijn beste vriendin L.We staan binnen. En kijken ook even goed naar het ensemble singles. “Waar moeten we onze jassen kwijt?” vraag ik L.
Te snel, want we moeten ons namelijk eerst even melden om onze badge en het programma op te halen. “Je krijgt drie minuten per tafel en dan loop je door naar de volgende. Onthoud goed de tafels, de namen en de nummers van je dates; want later moet je aangeven of je ze leuk vond.” De zoektocht naar de liefde op een speeddate is ingewikkeld, legt de dame van de organisatie ons uit.
Snel drinken L en ik nog even een drankje. “Hoe gaan we dit in godsnaam twee uur volhouden?”, vraag ik L terwijl mijn blik glijdt over een groep muizige vrouwen die al teveel op hun moeders lijken. Zij heeft het zwaarder, L moet kalende ICT-consultants van middelbare leeftijd trotseren.
Ik krijg een whiskey van de barman, kennelijk het sterkste wat hij in huis heeft, met een knipoog en een goedbedoeld “succes”. L en ik lachen, onze drankjes zijn niet bedoeld voor de zenuwen, maar als middel om deze kansloze bedoening te doorstaan.
De speeddate die volgt is een soort gestructureerd en ongegeneerd afwerken van de aanwezige vrouwen. Niet anders dan normaal in de kroeg, maar nu zijn ze zich daar wel volledig van bewust.
De eerste vrouw is meteen een uitdaging. Hoe maak ik drie minuten vol met een grijzige dertiger die nog bij haar ouders woont en wiens grootste droom een huisje voor zichzelf is met een kat? Gelukkig zitten er ook vrouwen bij als A., die guitig haar indrukwekkende boezem naar voren steekt en me probeert te hypnotiseren; “columnist, wat interessant!”
L. heeft het duidelijk moeilijker. “Ik zie dat jij net als ik op zoek bent naar een serieuze relatie” en “ik doe deze speeddate omdat ik een ander pad in mijn leven wil inslaan”, hoor ik bij haar dates voorbij komen. Uiteindelijk kruist zij drie (waaronder ik) van de mannen aan, ik maar één vrouw: L.
Lachend en arm in arm verlaten we de Danzig. De conclusie na een avondje speeddaten? De wanhopige mannen maken het fenomeen speeddaten cliché. “In de kroeg vind je betere gesprekspartners”, zegt L en we lopen de dichtstbijzijnde kroeg in.
Deze column verscheen ook op 24 februari in het Leidsch Dagblad.

Door: Hans Klis | 24 February 2010 | Reageer
Categorie: columns | tags:Tags: cliché, column, daten, Den Haag, Hans Klis, Leidsch Dagblad, speeddaten