“Ik werk geen acht, maar twaalf uur per dag”
Volgens geluiden in het rapport van de commissie Brinkmann – waarin de financiële problemen binnen de journalistiek uitvoerig besproken werden- hebben journalisten het binnen hun huidige werkklimaat ronduit zwaar. Door teruglopende abonnementen en advertentie-inkomsten bij kranten, worden veel journalisten noodgedwongen de laan uitgestuurd. En dat betekent dat het takenpakket en de werkdruk bij degenen die wel mogen aanblijven aanzienlijk toeneemt.
Een krant waar de lezersaantallen niet massaal dalen is het Friesch Dagblad. Het in Leeuwarden gevestigde regiodagblad heeft het afgelopen jaar als één van de weinige kranten zelfs een lezersstijging (2 procent) mogen noteren en heeft zodoende nog geen redactieleden gedwongen op straat hoeven zetten. Dat wil echter niet zeggen dat de journalisten bij het protestants-christelijk nieuwsblad achterover kunnen leunen. Verslaggever Merlijn Torensma legt uit: “Soms denk ik: Ik heb ook nog een privéleven.”
We spreken Torensma op de redactie van het Friesch Dagblad waar hij zich net voorbereid voor een gang naar de GGD, op nog geen twee minuten lopen van zijn eigen hoofdkwartier. “Dat komt mooi uit, want het kost toch best wat tijd om een verhaal op locatie te maken. En tijd is hier erg kostbaar.” Torensma werkt sinds een jaar bij het kleinste zelfstandige regionale dagblad in Nederland en dat bevalt hem prima. “We werken hier met een kleine redactie, waardoor iedereen zich erg verantwoordelijk voelt. We lopen echt het vuur uit onze sloffen om iedere dag een mooie krant te maken. En dat kan erg bevredigend zijn.”
Slechts veertien man telt de regioredactie van het Friesch Dagblad. En hoewel dat dus het verantwoordelijkheidsgevoel bevordert, heeft het ook zo zijn praktische beperkingen. Torensma: “Als je bij het Friesch Dagblad gaat werken weet je waar je voor tekent. Bij één van mijn vorige werkgevers, de Leeuwarder Courant, telde de regioredactie zo’n veertig mensen. Vergeleken met toen doe ik hier in mijn eentje het werk van twee journalisten. Dat zorgt er soms echter wel voor dat er wat slordigheden in je werk sluipen. Ik heb gemeenten aan de andere kant van Friesland in mijn pakket. Aangezien we vanuit Leeuwarden werken is het soms onmogelijk om daar op locatie naar nieuws te zoeken, omdat dat simpelweg te tijdrovend is. Ik werk momenteel geen acht maar tien tot twaalf uur per dag. Als ik ook nog eens reistijden moet incalculeren wordt het helemaal ondoenlijk.”
Torensma is van mening dat het gebrek aan tijd bij journalisten de kwaliteit van de berichtgeving niet bevordert. Vaak moet hij genoegen nemen met minder bronnen, of blijven verhalen liggen die hij wel graag had willen maken. “Vergeleken met andere mediabedrijven waar ik heb gewerkt zijn we hier soms wel een beetje afwachtend. Wat binnen komt in de mailbox nemen we als leidend aan. Dat kan eigenlijk ook niet anders met zo’n kleine redactie. Het is vaak geen bewuste, maar een noodgedwongen keuze. De stad in fietsen en een praatje maken met een wethouder zit er niet altijd in. In je nieuwsselectie ben je meer afhankelijk van datgene dat naar je toekomt. En dat is soms best frustrerend.”
Torensma blijft echter positief over zijn baan. “Natuurlijk denk ik ook wel eens: Ik heb ook nog een privéleven. Maar het is inherent van het vak van journalist om lange dagen te maken. Uit passie voor het vak loop je graag een stapje extra. Al moet je wel echt bezeten zijn om twaalf uur per dag nieuws te maken. Weet je zeker dat je nog steeds journalist wilt worden?”

Door: Melvin Captein | 31 December 2009 | 1 Reactie
Categorie: blog, interviews | tags:Tags: Friesch Dagblad, merlijn torensma, redacteur, verslaggever, werkdruk
Comments
1 Reactie
[...] weer verkeert, lijkt het niet de meest gunstige tijd om als nieuwsgaarder aan de slag te gaan. De werkdruk ligt hoog, vacante posities zijn schaars en zekerheid over een langdurige aanstelling is een [...]