Na een doctoraal in Filmwetenschap te hebben behaald, stortte de nu 36-jarige Dan Hassler-Forest zich op de banenmarkt. De wens om les te geven kon hij echter niet loslaten. Hij bemachtigde een tweede doctoraal in Engelse literatuur, en doceert nu aan de Universiteit van Amsterdam terwijl hij zijn proefschrift schrijft over superhelden in de eenentwintigste eeuw. De promovendus zelf legt uit waarom het een voorrecht is om zijn beroep te beoefenen.
“Ik ben op jonge leeftijd van de VS naar Nederland verhuisd, en ben tweetalig opgevoed. In 1991 ging ik Engels studeren, toen was er nog geen Film- en televisiewetenschap. Die opleiding startte een jaar daarna. Ik verveelde me bij Engels, het was veel te simpel, te laagdrempelig. Aan het eind van het tweede jaar stond ik op het punt ermee te stoppen, maar ik kwam erachter dat je je ook voor een tweede studie kunt inschrijven. Om me wat minder te vervelen ben ik Film- en televisiewetenschap erbij gaan doen, en dat ging eigenlijk heel prima.
In het derde jaar van Engels waren er alleen nog maar keuzevakken, en zat je in kleinere groepjes met de mensen die nog waren overgebleven nadat er veel mensen hadden afgehaakt. Dat maakte het leuker, en omdat Film- en televisiewetenschap ook beviel begon ik het echt naar mijn zin te hebben. Mijn cijfers gingen radicaal omhoog, vooral bij Engels. Ik heb die studie dan ook cum laude afgesloten, maar pas jaren nadat ik mijn doctoraal in Filmwetenschap behaalde.
Het was de bedoeling om één scriptie voor beide studies te schrijven, maar dat ging vreselijk fout. Ik had het boek Hypertext van George Landow gelezen, en kreeg het idee om de scriptie te schrijven als hypertekst, een tekst die alle kanten opgaat door links die steeds weer naar andere pagina’s verwijzen. Ik had er al veel tijd ingestoken, toen de harddisk waar alles op stond kapot ging. Ik probeerde nog snel opnieuw te schrijven wat ik me nog kon herinneren, maar er was geen redden meer aan.
Met wat ik nog op een andere computer had staan, heb ik een scriptie voor Film- en televisiewetenschap kunnen schrijven. Dan doe ik daarna Engels, dacht ik, maar je weet hoe dat gaat. Ik ben fulltime gaan werken, en dat baantje leidde weer tot een ander baantje, waardoor die tweede scriptie steeds werd uitgesteld. Maar ik kan er niet tegen om dingen niet af te maken, en wilde bovendien graag les gaan geven. Ik had inmiddels genoeg contacten opgedaan om het als freelancer te redden, dus ik stopte met mijn toenmalige baan en ben teruggegaan naar de universiteit.
Tijdens het onderzoek voor mijn tweede scriptie kwam ik erachter dat ik research heel leuk vind, wat heel belangrijk was omdat je dat als docent moet doen naast het onderwijs. Ik had het gevoel dat ik het onderwijs heel leuk zou vinden, en dacht ook wel dat ik er goed in zou zijn. Toen ben ik gaan aankloppen bij oud-docenten, die me vertelden dat het goed zou zijn voor mijn nieuwe ambities als ik cum laude zou afstuderen. Vervolgens bleek mijn tweetaligheid een groot voordeel, toen ze voor een bepaald vak ineens een Engelstalige docent nodig hadden.
Als je nooit nee zegt, en niemand klaagt over je onderwijs, is er genoeg werk. Binnen no time was ik dus ineens docent. Ik had geen back-up plan, en was dus heel kwetsbaar voor misbruik door mensen die me overal voor in wilden schakelen, maar ik deed het graag. Ik heb zowel in het bedrijfsleven als op freelancebasis gewerkt, wat me echt geholpen heeft bij de waardering voor dit werk. Ik weet hoe het is om een fulltime baan te hebben. Veel andere docenten hebben die ervaring niet, en lopen te klagen dat ze te weinig betaald krijgen. Ik kan daar helemaal niet tegen! De hele dag op een kantoor zitten, dat is pas erg! Veel mensen realiseren zich niet wat voor voorrecht het is om op de universiteit te werken.
In 2008 ben ik genomineerd voor docent van het jaar. Mijn onderwijs is daar echt beter door geworden. Je hebt tijdens het lesgeven wel een idee van wat de studenten ervan vinden, maar je hebt geen tastbaar bewijs. Dus toen de studenten een brief over mij schreven en zelfs een filmpje maakten, smolt ik helemaal. Ik dacht: als ze dit doen, moet ik ook tot het uiterste gaan. Het wordt blijkbaar gewaardeerd. En het geeft natuurlijk een enorme boost in zelfvertrouwen. Dan ga je ook meer bewuste keuzes maken over wat jij goed onderwijs vindt, hoe je dat in wilt vullen.
Ik heb nu een aanstelling van twee jaar bij Engelse literatuur, en moet in die tijd ook mijn proefschrift schrijven. Die gaat over cultuur in de eenentwintigste eeuw, en de mate waarin geschiedenis en politiek weerspiegeld worden in verschillende vormen van cultuur. Mijn figuur is die van de superheld, dé belichaming van dingen die ik zie als bredere, dominante tendensen in populaire cultuur. Vooral in die na 11 september, want dat was een moment waarop de werkelijkheid gereconstrueerd kon worden in een nieuw soort vertoog. Dit wordt gereflecteerd in veel vormen van cultuur, maar ik zie het het sterkst in het genre van de superheld in de eenentwintigste eeuw.
Wat ik probeer aan te geven, is dat 11 september niet een feit maar een vertoog is. Het is iets dat wordt geconstrueerd op basis van een incident. Het is een manier om de werkelijkheid te beleven, en alles wat je daarbij zegt, is geconstrueerd op basis van machtsrelaties. De elementen die in dat vertoog voorkomen, zijn precies hetzelfde in het genre van de superheldenfilm. Er zijn hele duidelijke raakvlakken aan te wijzen. Als er een sirene afgaat, dan hoort Superman dat meteen. Er is een behoefte aan superhelden als Superman en Batman, die een oogje voor ons in het zeil houden en ons beschermen. Dat zie je heel sterk terug in de films.
Wanneer ik klaar ben? Mijn promotor heeft bij het aanvragen van subsidie voor me ingestaan en beloofd dat het binnen twee jaar zou worden afgerond, dus ik moet er echt voor zorgen dat het in de zomer van 2011 af is!”

Door: Michael van Dorp | 15 December 2009 | Reageer
Categorie: interviews | tags: